50 jaar songfestival: NSF 1957
Nationaal Songfestival 1957
Datum: 3 februari 1957
Locatie: AVRO studio, Hilversum
Presentatie: Karin Kraaykamp
In tegenstelling tot in 1956 mocht Nederland in 1957 slechts een liedje inzenden voor het Eurovisie Songfestival. In totaal namen vier artiesten deel aan de nationale finale, waarin iedere artiest twee liedjes zong.
Marcel Thielemans
– Ik weet nog goed (Pi Scheffer, Alexander Pola)
– Simpe sampe sompe (John Steggerda)
Marcel Thielemans maakte deel uit van het dansorkest De Ramblers, waar ook Trea Dobs (NSF 1965) deel van uit maakte. Meer dan zes decennia maakte Thielemans deel uit van het dansorkest. Eerst was hij er trombonist, de laatste 20 jaren was Thielemans orkestleider. Beroemd werd hij door zijn vocale aandeel. Liedjes als “Bommeltje van Purmerend, “Hij wel”, “Wie is Loesje?” en “Weet je nog wel die avond in de regen” verhief hij tot evergreens. Marcel Thielemans overleed in mei 2003 op 91-jarige leeftijd.
Heya Sury
– De bromtol (Willy van Hemert, Melle Wiersma)
– Een liedje van niets (Jelle de Vries)
Ook het nationaal songfestival in 1957 kende zijn relletje. In totaal waren er acht geschikte liedjes uitgekozen, terwijl er maar drie artiesten, Marcel Thielemans, John de Mol en Corry Brokken, waren geselecteerd. De selectiecommissie besloot op zoek te gaan naar een vierde kandidaat. Een van de leden stelde Heya Ruys voor, die onder de naam Heya Sury zou gaan deelnemen. Wat de overige leden van de selectiecommissie echter niet wisten, was dat Heya de vrouw van het betreffende lid was. Uiteindelijk mocht Heya deelnemen aan de nationale finale, maar erg veel succes had ze niet. Ze bezette met haar twee liedjes de twee laatste plaatsen.
John de Mol
– Havannah is zo ver (Jan Mol)
– Hiep, hiep, hiep, hoera (Jan Mol)
In 1957 maakte John de Mol sr. Zijn debuut op het nationaal songfestival. Verder dan de vijfde en zesde plaats kwam hij echter niet. In 1959 haalde John het net niet op het NSF. In totaal werden acht liedjes door 2 verschillende solisten of duo’s gezongen. Het lied “Een beetje”, gezongen door Teddy Scholten en Joh de Mol, won, maar de vakjury koos voor de uitvoering van Teddy Scholten. Zijn uitvoering van Een beetje werd succesvol op single uitgebracht. In 1960 eindigde zijn lied Caroussel, dat in 1960 ook door Marcel Thielemans werd gezongen, op de vierde plaats. Na zijn muziekcarrière behartigde De Mol de belangen van de Nederlandse artiesten in de Stichting Conamus. Linda de Mol, de dochter van John de Mol, presenteerde in 1989, 1998 en 1999 het nationaal songfestival.
Corry Brokken
– De messenwerper (Pi Scheffer, Alexander Pola)
– Net als toen (Willy van Hemert, Guus Jansen)
Na haar deelname aan het Eurovisie songfestival in 1956 in Lugano had Corry de smaak te pakken. In 1957 zong ze twee liedjes die de twee hoogste posities in de nationale finale behaalden. Ze mocht met het lied “Net als toen” naar het Duitse Frankfurt am Main afreizen.
Het Nederlandse volk mocht beslissen wie naar het Eurovisie songfestival in Frankfurt am Main mocht afreizen. Ze hadden 1 week de tijd om een briefkaart te sturen met daarop hun favoriete lied. In totaal werden 17.433 briefkaarten ingezonden. Op 16 februari werd de uitslag bekend gemaakt.
Uitslag nationaal songfestival 1957:
1. Net als toen – Corry Brokken 6927
2. De messenwerper – Corry Brokken 4692
3. Simpe sampe sompe – Marcel Thielemans 2544
4. Ik weet nog goed – Marcel Thielemans 965
5. Hiep, hiep, hiep, hoera – John de Mol 819
6. Havannah is zo ver – John de Mol 814
7. De bromtol – Heya Sury 532
8. Een liedje van niets – Heya Sury 140
Recente reacties